Blog: 1 oktober 2020
Button Alle berichten

Antifragiel: alles wat niet stuk te krijgen is

In Japan wordt pottenbakken als een hoge kunstvorm gezien. Een van die vormen is  Kintsugi. Bij Kintsugi worden de scheuren van gebroken aardewerk met goud gevuld op zo’n manier dat de schoonheid van de imperfectie wordt benadrukt. Ik vermoed dat Leonard Cohen in zijn Anthem aan Kintsugi refereert: ‘There’s a crack in everything; that’s how the light gets in’. 

Ik ben ervan overtuigd dat potten, mensen en maatschappijen mooier en waardevoller uit disruptie kunnen komen, uit crisissituaties. En persoonlijk geloof ik dat het slechtste dat ons post-Corona kan overkomen, is terug te keren naar ‘het oude normaal’. Volgens een universele wet is alles immers altijd in verandering: alles stroomt en niets blijft. Panta Rhei.

De Coronacrisis gooit ons in radicale onzekerheid. Dit is de crisis van het grote ‘onbekende onbekende’. Er heerst onzekerheid over bijna alles en we weten niet wat er de komende periode gaat gebeuren. Hoe kunnen wij als maatschappij toch mooier en krachtiger uit deze tijd herrijzen? Hoe kunnen crisisteams dan toch gericht handelen?

Dat kan volgens het principe van ‘antifragiliteit’. Volgens Taleb, de inspirator van mijn gedachtengoed Onzekerheidskunde in crisis, is antifragiliteit namelijk de mythische kracht achter alle disruptie en evolutie. Antifragiele systemen worden volgens Taleb sterker onder druk, leren van pijn en dienen verstoord te worden om te kunnen groeien. Zij breken niet, zoals fragiele systemen en ze zijn ook niet vasthoudend onveranderlijk zoals robuuste systemen. Antifragiele systemen zoeken bewust het gevaar op en leren razendsnel hoe ze zich moeten aanpassen. Een soort hyper feedbackmechanisme dus. Taleb noemt dit ook wel ‘knutselen’. Antifragiel is alles wat met de tijd mee verandert en overleeft: evolutie, politieke systemen, de natuur, opkomende steden en dus ook bacteriële weerstand en pandemieën. Alles dus wat niet stuk te krijgen is.


Wat vraagt dit nu van crisisteams: ik denk moed, continue alertheid en radicale acceptatie dat je in wezen grotendeels koerst op dat wat je niet weet. Corona heeft tijd nodig om door te werken, het virus heeft kenmerken die wij (nu nog) niet begrijpen en pas na drie weken kunnen we terugkijken op effecten van maatregelen. Niemand weet hoe post-Corona eruit zal zien. In plaats van te proberen het onvoorspelbare toch te voorspellen en daarin te falen, kunnen we beter proberen voordeel te halen uit de schokken die zich voordoen. Een antifragiele strategie organiseert zich dus eigenlijk bewust voor al deze onbekende ontwikkelingen, omdat we er baat bij kunnen hebben. De enige manier om met disruptie om te gaan, is ermee interacteren.  

Misstappen horen bij deze strategie van uitproberen, aftasten en struikelen. Ja daarbij lopen we schade op maar alleen als je struikelt leer je hoe het fout kan gaan en krijg je de kans om razendsnel bij te stellen. En zo zet je echte stappen voorwaarts. Dat leren we als kind al. Door in het gevaar te stappen, leren we hoe het moet.  


Tien jaar geleden ontdekte ik dat het werk van Nassim Nicholas Taleb voor mij mooie metaforen bevat om in gesprek te gaan met crisisteams. Taleb liet zich inspireren door de beursvloer en schrijft veel over toeval, waarschijnlijkheid en denkfouten. Als strategisch adviseur crisisbeheersing gebruik ik elementen uit zijn werk met crisisteams en bestuurders. Ik noem dat onzekerheidskunde – Irene Nijhof.